Flentrop Grote- of
St. Janskerk Schiedam
€ 459,-

Dit neo-barok orgel (1975) met romantische invloeden, heeft 40 + 15 stemmen verdeeld over 3 + 1 manualen en pedaal.
In 1970 besloot de hervormde gemeente om een nieuw orgel te laten
bouwen en dankzij de financiële steun van een instelling kon men tot
aankoop overgaan.
In 1971 werd aan Flentrop Orgelbouw B.V. te Zaandam de opdracht
gegeven. Flentrop bouwde een nieuw orgel in de oude kas van Niehoff
(16e eeuw) en de pedaalkassen van Jacob Cools (1712), waarin Standaart
in 1919 een pneumatisch orgel had gebouwd.
Wat nog restte van het oude pijpwerk is bij de herbouw opnieuw
gebruikt.
In 1975 werd het instrument opgeleverd.
Qua klank sluit het nieuwe instrument zoveel mogelijk aan bij de
oud-nederlandse traditie. Daartoe is o.a. het pijpwerk vervaardigd uit
orgelmetaal met een hoog loodgehalte.
In 1994 vond een her-intonatie en een verandering van stemming van het
instrument plaats.
De Werkmeister-III stemming werd vervangen door een gelijkzwevende
stemming, de winddruk werd verlaagd en intonatiecorrecties werden
uitgevoerd. Deze werkzaamheden werden verricht door Flentrop Orgelbouw
onder adviseurschap van ir. H. Kooiker. De her-ingebruikname vond
plaats op 29 juli 1994.
In 2006 werd door Herman Pelgrim een Cymbelster geplaatst.
In 2011 is er door de firma Van Den Heuvel groot onderhoud uitgevoerd
in samenwerking met Herman Pelgrim. Het pedaal werd uitgebreid met een
nieuw gemaakte Roerquint 12' en een Prestant 16' afkomstig uit het
orgel van de Magnalia Dei Kerk te Schiedam.
Nadat in november 2011 genoeg geld was ingezameld kon begin 2012
begonnen worden met het realiseren van een uitbreiding met een
pedaalregister Fagot 32 voet. Deze werd op de nieuwe mechanische laden
achter de oude pedaalkassen geplaatst.
De werkzaamheden vonden plaats onder advies van de Schiedamse
orgelbouwer Herman Pelgrim. Tijdens het Koninginnedagconcert van 2012
werd de Fagot officieel in gebruik genomen.
In 2014 werd een offerte gemaakt voor uitbreiding van het orgel met
een 4e manuaal als zwelwerk. Hiervoor heeft men (nog) geen middelen
vrij kunnen maken echter Sygsoft heeft gebruikmakend van samples van
één van onze andere Samplesets toch dit zwelwerk bijgemaakt ongeveer
zoals het in de offerte was aangegeven. Op deze manier kunt u zich
toch indenken hoe het had kunnen gaan klinken of misschien in de
toekomst zal gaan klinken.
De oudste vermelding van een orgel dateert uit 1498, toen Albert
Dirckz werd herbenoemd tot organist van de Grote Kerk.
Rond 1550 bouwde de befaamde orgelbouwer Hendrik Niehoff een nieuw
instrument bestaande uit Hoofdwerk en Rugwerk. De kassen waren
voorzien van fraai beschilderde luiken.
In 1680 breidde Appolonius Bosch het orgel uit met een bescheiden
Bovenwerk. Vermoedelijk werden toen ook de windladen vervangen en
gezien de aanbrenging van het jaartal "1680" tussen de pijpenvelden
van Hoofd- en Rugwerk, is toen ook de frontindeling gewijzigd.
ln 1712 breidde Jacob Cools het orgel uit met een vrij pedaal,
aangebracht in nieuwe zijkassen. De forse pedaalvelden gaven het front
door de ontstane breedtewerking een ander aanzicht. De ornamentiek
tussen hoofdkas en pedaalkassen werd in 1724 aangebracht door de
Rotterdamse beeldhouwer Alexander Pluskens. Beeldhouwer Français van
Douwe vervaardigde het snijwerk op de pedaalkassen en het hoofdwerk.
Ook het beeld op de middentoren van de bazuinblazende engel is van
zijn hand.
Rudolph Garrels bracht in 1737 een vijfde balg aan en een nieuw
pedaalklavier.
Vermoedelijke dispositie toen:

Manuaal | Rugpositief | Bovenwerk | Pedaal |
---|
Prestant
Prestant Holpijp Octaaf Quint Octaaf Gemshoorn Sexquialter Mixtuur Scherp Cornet Trompet |
16' Disc.
8' 8' 4' 3' 2' 2' 2' II-III sterk II-III sterk VI sterk Disc. 8' |
Holpijp
Prestant Prestant Octaaf Quint Octaaf Sexquialter |
8'
8' Disc. 4' 2' 1 1/2' 1' III sterk Disc. |
Baarpijp
Quintadeen Tolkan Vox Humana |
8'
8' 4' 8' |
Subbas
Bourdon Prestant Quint Octaaf Trompet |
16'
16' 8 6' 4' 16' |
Het orgel heeft de 19e eeuw vrij ongeschonden doorstaan. Naast het gebruikelijke onderhoud werden slechts geringe wijzigingen aangebracht.

Aan het begin van de 20e eeuw was een nieuwe restauratie noodzakelijk geworden. In 1915 adviseerde toenmalig organist van de Grote Kerk Hendrik Jan Pieter Textor (1847-1929), (leerling van Samuel de Lange sr.) het orgel te laten restaureren door de Schiedamse orgelfirma Standaart. Textor was ongetwijfeld gecharmeerd geraakt van de moderne, industriële orgelbouw zoals Standaart deze praktiseerde. De vele kerk- en theaterorgels die Standaart leverde in de regio (o.a. NPB-kerk en Passagetheater Schiedam, Stadhuishal Rotterdam, div.orgels in Vlaardingen) werden gebouwd volgens het toen moderne pneumatische systeem, voorzien van vele speelhulpen en een gemakkelijke bespeelbaarheid. Niet gehinderd door historisch besef werd het Niehoff orgel afgebroken en vervangen door een nieuw pneumatisch orgel, geplaatst achter het oude front. De hoofdwerk-kas werd daartoe uitgediept en verbreed om plaats te bieden aan Hoofd- en Zwelwerk. De overbodig geworden rugwerk-kas bood voortaan ruimte voor muziekboeken. Van het oude Niehoff-pijpwerk werd de Baarpijp 8', Quintadeen 8' en een gedeelte van de Octaaf 4' (pedaal) opnieuw gebruikt.


De dispositie was:
Hoofdwerk | Bovenwerk | Pedaal | Speelhulpen |
---|
Bourdon
Prestant Roerfluit Octaaf Quint Octaaf Cornet Mixtuur Trompet |
16' Disc.
8' 8' 4' 2 2/3' 2' VI sterk V sterk 8' |
Quintadeen
Vioolprestant Holpijp Openfluit Prestant Fluit Woudfluit Terts Hobo |
16'
8' Disc. 8' 8' 4' 4' 2' 1 3/5' 8' |
Prestant
Subbas Prestant Octaaf Fluit Trombone |
16'
16' 8' 4' 2' 8' |
Diverse koppels
en speelhulpen |
Tijdens de kerkrestauratie van 1945-1948 werd het orgelfront gerestaureerd, waarbij de originele beschildering weer naar voren kwam. De fa. Flentrop voerde herstelwerkzaamheden uit in 1952. Na 50 jaar was het "Standaart-apparaat", zoals organist Jacques P. Bekkers het noemde, uitgespeeld. Men had toen al lange tijd het voornemen met gebruikmaking van de historische kassen een nieuw mechanisch orgel te bouwen.
In 1971 werd aan Flentrop Orgelbouw B.V. te Zaandam de opdracht
gegeven een nieuw instrument te vervaardigen. Stilistisch uitgangspunt
was het overgebleven historisch materiaal van Niehoff.
Het nieuwe pijpwerk werd daarom vervaardigd uit orgelmetaal met een
hoog loodgehalte en wijde mensuren. Het orgel werd gestemd in een
Werckmeister III-temperatuur.
Zo vormden front en orgel weer een eenheid. In 1975 vond de oplevering
plaats.
Op verzoek van organist André Verwoerd vond in 1993 een herintonatie
plaats op verlaagde winddruk ter verkrijging van een mildere
orgelklank. Daartoe werd ook de ongelijkzwevende stemming gewijzigd in
een evenredig zwevende temperatuur.
Deze werkzaamheden werden uitgevoerd door Flentrop Orgelbouw.
Orgelbouwer Herman Pelgrim heeft nadien de tongwerken gereviseerd en
in 2006 een Cymbelster geplaatst.
In 2011 vond een revisie plaats door J.L. van den Heuvel Orgelbouw bv.
te Dordrecht. Het groot onderhoud concentreerde zich op schoonmaak en
restauratie van het pijpwerk, vernieuwing van loden conducten en
herstel van speel- en registertractuur. Voor het pedaal werd een
zelfstandige windvoorziening vervaardigd, bestaande uit twee motoren
en balgen. Achter de twee 17e eeuwse pedaalkassen werden nieuwe,
mechanische pedaalladen aangebracht met electrische sleepbediening.
Op deze laden werden in eerste instantie twee houten pedaalregisters
geplaatst:
-Prestant 16', houten pijpwerk van G. van der Kley (1920) afkomstig
uit het orgel van de v.m. Oosterkerk, later toegevoegd aan het orgel
van de v.m. Magnalia Deikerk, beide in Schiedam.
-Roerquint 12', nieuw register vervaardigd door Van Den Heuvel
Orgelbouw.
-een derde sleep werd gereserveerd voor plaatsing van een Fagot
32'.
In januari 2012 is ook dit nieuwe register geplaatst en werd op 30
april in gebruik genomen.

Alle gebruikte samples zijn vanuit 3 posities in stereo (24 bit 96kHz)
opgenomen.
De set wordt geleverd in de door Sygsoft uitgedachte 3-kanalen
techniek waarbij het voor de gebruiker mogelijk is de luisterpositie
zelf in te stellen.
Er zijn 3 posities te weten:
1: Front, zeer dichtbij het orgel opgenomen. U hoort hier een zeer
directe opname die goed is te gebruiken voor studiedoeleinden.
2: Midden (Middle), deze opname is gemaakt op ongeveer 3 x de bij de
frontopname gebruikte afstand.
3: Achter (Rear), ver weg van het orgel, (ook) te gebruiken als
surround.
Door middel van 3 schuifjes (0 - 100%) kan een mix gemaakt worden van
de drie posities naar eigen smaak.
Meer informatie hierover zie de tab
Systeemeisen.
De opnames voor deze sample set zijn gemaakt in oktober 2018.
Opname kwaliteit 96 kHz 24 bit. Voor de set gereduceerd tot 48 kHz 24
bit.
Aantal microfoons: 6.
Aantal samples in deze set verwerkt: 39.847
Aantal regels in de Organ Definition File (ODF): ca. 2.282.130
Gezamenlijk ong. 2000 uur arbeid.
Christian Boogaard:
Noise reduction, inregelen windmodel,
intonatie, demo's en artistieke adviezen.
Johan van der Waal van Dijk:
Verwerking van de samples en technisch advies.
Rietje Raatgeep:
Administratie en PR.
Fred de Jong:
Lay-out, extra controle samples, loops, ODF en algehele leiding.