logo-wenneke.png text since Terug Bätz Zeist Speeltafel(s) Systeemeisen Mp3-Demo's



De ijstijd


De (kerk)heuvel.
Toen duizenden jaren geleden het landijs, dat een groot deel van ons land bedekte, zich langzaam
in noordoostelijke richting terug trok, bleef ondermeer ook de Utrechtse heuvelrug achter als een
stuwwal, gevormd door de dikke zware ijsmassa.

Voor 1180

Seijst.
In een oorkonde uit het jaar 838 werd voor het eerst melding gemaakt van "Seijst".
Op 23 maart 838 schonk Graaf Rodgar aan de St. Maartenskerk te Utrecht verschillende goederen
en ontving daarvoor andere goederen van deze kerk, gelegen o.a. te Seijst.

De houten kerk.
Toen op deze heuvel in de tijd van de kerstening een klein houten kerkje verrees en de heuvel tevens
als christelijke begraafplaats gebruikt werd, kwam er een duidelijke afbakening van de heuvel.
Wellicht heeft de heuvel ook ooit als "ding- of regtplaats" gediend.

               Voorbeeld van een houten kerkje uit die tijd met een klokkenstoel. (Denemarken)

12e eeuw.

De Romaanse kerk.
In 1180 moest het houten kerkje het veld ruimen voor een stenen zaalkerk in Romaanse stijl.
Een robuuste toren en een koorsluiting maakten de kerk compleet en werd opgebouwd met het voor
die tijd gebruikelijke tufsteen uit de Eifel.


                                             De Romaanse kerk zoals die gebouwd werd in 1180

               In het koor stond het hoogaltaar opgesteld, waarvan tot op heden niet is achterhaald wie de
               patroonheilige is geweest. De eeuwen door heet de kerk dus de "Oude Kerk".

              
                                                            Gezicht in het koor van de Romaanse kerk van 1180

14e - 15e eeuw.

Het Gotische koor.
In 1478/79 werd melding gemaakt van nog een altaar, gewijd aan een zekere Petronella.
In de 14e - 15e eeuw werd de kerk grondig verbouwd:
Het Romaanse koor maakte plaats voor een Gotisch koor met driezijdige koorsluiting.
Omdat het koor en koordak nu hoger werd, ging ook het kerkdak omhoog en kreeg evenals
het nieuwe koor, een gewelfd (waarschijnlijk houten) plafond.
Door de verhoging van het dak werden ook de zijmuren van de kerk verstevigd met steunberen.
Na de reformatie werd aan de noord-westkant van de kerk een consistorie gebouwd.
Het hoogaltaar verviel en kwam de preekstoel tegen de noord-westmuur binnen een dooptuin te staan.

16e - 17e eeuw.

Het onderhoud van de kerk.
Uit de vaak hoge jaarrekeningen wordt opgemaakt dat de kerk lang niet altijd ongeschonden bleef.
De 80-jarige oorlog en de Franse tijd hebben hun diepe sporen zichtbaar achtergelaten.
Niet voor niets is de toren vanaf 6,80 meter boven de vloer wellicht in die tijd verwoest geweest en
opnieuw opgetrokken maar met een andere steensoort dan de tufsteen uit 1180.
Een belangrijk jaar is 1677. Adriaan van Nassau kwam naar Zeist en liet het Slot opnieuw opbouwen.
Zijn aanwezigheid bleek belangrijk voor de status van de Oude Kerk.


                                                     De Romaanse kerk met het Gotische koor



Het interieur.
In 1785 kreeg de kerk ter verfraaiing een nieuwe koperen lezenaar voor de kanselbijbel.
Het voorlezergestoelte werd voorzien van stijlen en armen als verlichting alsmede ook een nieuwe
koperen lezenaar*. (*sinds de wederopbouw na 1945 geschonken aan de kerk van Babyloniënbroek)
Aan de preekstoel werden een doopkrans en een arm voor de zandloper bevestigd.
In de kerk werden voor het eerst twee kroonlampen opgehangen.
Tegelijkertijd kwamen er "50 bankblakers met de nodige snuiters en dompers" op de banken, met
name op de kerkenraad- magistraat- en notabelenbanken.
In 1795 werd de eerste preekstoel vervangen door een nieuwe "predikstoel binnen het doophuis,
beschot met deuren aan beijde zeijden, en dit beschot tot boven den balck"
.
Omdat de consistorie te klein werd, kwam in 1791 achter in het koor een nieuwe consistorie.
Rond 1800 nam het kerkledenaantal in grote mate toe, waardoor de consistorie in het koor weer
verviel ten gunste van extra zitplaatsen en de oude consistorie opnieuw in gebruik genomen.
In 1810 kreeg de kerk aan de torenzijde een galerij voor 65 extra zitplaatsen.


Kerkbijbel (1795) uit Oude Kerk                  Interieur van de kerk na 1821 tot de afbraak in 1841                  Lezenaar Herv.Kerk Babyl.broek

Het orgel.
In 1821 kreeg de Oude Kerk voor het eerst een orgel, gebouwd door de orgelbouwer J.F. Friedrichs en
maakte hij o.a. gebruik van het orgel dat Joh. Baars in 1779 bouwde voor de Waalse kerk in Naarden.
Bij de oplevering in 1821 kreeg het orgel de volgende dispositie:
Hoofdwerk: Prestant 8', Roerfluit 8', Octaaf 4', Nachthoorn 4', Quint 3', Octaaf 2', Cornet disc, Dulciaan 8'
Bovenwerk: Roerfluit 8', Viola di Gamba 8', Salicionaal 4', Fluit 4', Gemshoorn 2'
Pedaal: Aangehangen
Koppels: Hoofdwerk-Bovenwerk, Pedaal-Hoofdwerk. Tremulant op het bovenwerk.
Manuaalomvang: C-f''', Pedaalomvang: C-D'. Stemming: Evenredig zwevend. Toonhoogte: a'=440 Hz.

1841 - 1843


                                  Voor het bouwen van de kerk van 1843 werd eerst de kerkheuvel met 1 meter verlaagd

Door ruimtegebrek en de slechte staat van de kerk, werden plannen gemaakt voor de bouw van
een nieuwe kerk. Ook het oude koor verviel en kwam er een nieuwe kerk tegen de romaanse toren.
De toren kreeg in de stijl van de nieuwe kerk een nieuwe en eveneens bepleisterde buitenkant.
Het orgel uit 1821 werd gedemonteerd en opgeslagen in de Broedergemeente.
Van het voormalige interieur bleven de twee koperen lezenaars, het doopbekken en
avondmaalservice bewaard en kwamen terug in de nieuwe kerk.

De architect Kamperdijk. Kamperdijk ontwierp in totaal 2 kerken: Zeist Oude Kerk, 1843 en St. Nicolaaskerk te Eemnes, 1845.
Oorspronkelijk waren het schip en het koor van buiten bepleisterd, maar dat werd in 1920 verwijderd.
Halverwege de kerkhoogte hangt aan weerszijde een galerij.
Het schip en het koor werden door een gelambriseerde wand van elkaar gescheiden.

                                                                    De nieuwe Oude Kerk gebouwd in 1843, geheel gepleisterd


                                                                                     Plattegrond 1841 met bankenplan uit 2010

Het nieuwe orgel.
Met de bouw van de huidige kerk werd uiteindelijk besloten ook een nieuw orgel te bouwen en
in dezelfde Neogotische stijl van de nieuwe de kerk. Dat is artistiek een gelukkige keuze geweest.
Het orgel gebouwd door de orgelbouwer Batz werd op 5 november 1843 in gebruik genomen.
De Koff plaatste in 1909 het bovenwerk in een zwelkast, verving de Gemshoorn 2' door een
Voix Celeste 8' en de Trombone 8' door een Fagot 16'.

Verschueren restaureerde/conserveerde het orgel in 1977, met 1843 als uitgangspunt.
Dispositie:
 Hoofdwerk (C-f3)  Zwelwerk (C-f3)  Pedaal: (C-d1)  Speelhulpen:
Prestant
Praestant
Roerfluit
Octaaf
Fluit
Quint
Octaaf
Cornet
Mixtuur
Trompet
 
16'
8'
8'
4'
4'
3' (2 2/3')
2'
5 sterk' (Disc.)
3 - 5 sterk
8' Bas/Disc
 
Vioolprestant
Holpijp
Viola di Gamba
Salicionaal
Fluit
Quint
Gemshoorn
Dulciaan
Tremulant
 
 
8'
8'
8'
4'
4'
3' (2 2/3')
2'
8'
 
 
 
Subbas
Octaafbas
Fluitbas
Octaaf
Fagot
 
 
 
 
 
 
16'
8'
8'
4'
16'
 
 
 
 
 
 
Koppel Pedaal - Hoofdwerk
Koppel Pedaal - Zwelwerk
Koppel Hoofdwerk - Zwelwerk
Afsluiting - Hoofdwerk
Afsluiting - Rugwerk
Afsluiting - Pedaal
 
 
 
 
 

Het oude orgel.
Nadat het oude orgel nog enige tijd opgeslagen bleef, besloot het kerkbestuur het oude orgel te
verkopen aan de organist van de Oude Kerk de heer H. Blanken, voor de som van 325 gulden.
Deze verkocht het orgel in 1846 door aan de kerk van Wolphaartsdijk voor 1240 gulden.
In 1904 verhuisde de orgelkas naar de dorpskerk van Boven-Hardinxveld, waar het nu nog staat.

De gerestaureerde kerk van 1962
Naar de "geest der tijd" werd het interieur van de kerk stevig onderhanden genomen.
Op de preekstoel en de kerkenraadbanken na, werd het gehele interieur verwijderd en vervangen.
De vloer werd vervangen door de huidige natuurstenen vloer en werd voorzien van vloerverwarming.
Deze grote ingreep gaf archeologen de gelegenheid een onderzoek te doen naar de kerkhistorie.
Een zichtbaar voorbeeld hiervan is de herontdekte grafzerk van Lodewijk Adriaan van Nassau.
Grafstenen uit de oude vloer zien we nu terug in de vier toegangsportalen.
De kerk werd van binnen wit geschilderd, waardoor deze een groot licht
en ruimtelijk effect ontlokte.
Ondanks de authentieke sfeer verloren ging was deze restauratie voor die tijd zeer geslaagd.

                                                                    De Oude Kerk na de restauratie van 1920 / 1962 / 2015

2009 - 2010

De jongste restauratie van de kerk.
Het initiatief om de kerk weer te laten restaureren en het interieur zo veel mogelijk in oude luister te
herstellen, is een gelukkige en waardevolle keuze.
Oude kleuren werden terug gebracht, klassieke houten banken opnieuw gemaakt.
Naast de klassieke koperen lichtkronen zorgt moderne verlichting voor een prachtig effect.
Kortom, een zeer geslaagde restauratie.

                                                                    Het interieur van de gerestaureerde Oude Kerk in 2010



Bronnen:
> De 4 delen van "De Oude Kerk van Zeist" door H.J. van Eekeren
> Historisch onderzoek door A.J. van Dijk



  Hauptwerk.nl is een initiatief van Sygsoft Holland. Inschrijving KvK 24400165. Laatst bijgewerkt 28-03-2024